Een ongeluk met de e-bike: wie betaalt de rekening?
Er gebeuren steeds meer ongelukken met de onverminderd populaire e-bike. Maar hoe zit dat verzekeringstechnisch eigenlijk met aansprakelijkheid? En maakt het dan nog uit of je een e-bike of een speed pedelec rijdt? In deze blog beantwoorden wij de belangrijkste vragen.
Nu de zon zich weer vaker laat zien, trekken we er massaal op uit op de fiets. Ook de e-bike zien we de laatste jaren steeds vaker op het fietspad. Maar helaas nemen daarmee ook de verkeersongelukken flink toe, zo is telkens weer te zien en lezen in het nieuws. En vaak gaat het niet zonder kleerscheuren. Maar wie betaalt in dat geval de schade?
Wie is het kwetsbaarst?
Gebeurt er een ongeluk tussen een kwetsbare verkeersdeelnemer (voetganger of fietser) en een gemotoriseerde verkeersdeelnemer zoals een auto of motor? Als je zelf niet degene bent die roekeloos was, heb je als voetganger of fietser recht op een vergoeding van minimaal 50% van de (letsel)schade. Dat is lang geleden zo bepaald en vastgelegd in artikel 185 WVW. Het beschermt de kwetsbare verkeersdeelnemer, omdat deze vaak sneller letsel oplopen dan bestuurders van een gemotoriseerd voertuig.
Met of zonder hulpmotor?
Voordat we iets kunnen zeggen over de wettelijke bescherming van artikel 185 WVW en e-bikes, moeten we eerst onderscheid maken tussen de verschillende soorten e-bikes. Anders dan een gewone fiets heeft een e-bike een trapondersteuning, waarmee hoge snelheden kunnen worden behaald. We onderscheiden drie soorten:
- De e-bike met trapondersteuning die snelheden tot 25 km/uur haalt. Bij deze e-bikes werkt de hulpmotor alleen als je zelf meetrapt.
- Er zijn ook e-bikes in dezelfde snelheidscategorie van 25 km/uur die een hulpmotor in het voor- of achterwiel hebben. Deze motor werkt ook zonder dat je zelf meetrapt.
- En dan zijn er nog e-bikes met trapondersteuning die snelheden tot wel maximaal 45 km/uur kunnen bereiken. Deze noemen we ook wel speed pedelecs. Voor speed pedelecs gelden dezelfde regels als voor bromfietsen.
Wel of niet beschermd?
De wet ziet fietsers op een e-bike tot 25 km/uur met een hulpmotor gekoppeld aan de trappers (categorie 1) als een kwetsbare verkeersdeelnemer. Net als fietsers op een gewone fiets krijg je op deze e-bike de bescherming van artikel 185 WVW. Bij een ongeluk met motor of auto heb je recht op een vergoeding van minimaal 50% van de (letsel)schade als je niet zelf degene bent die roekeloos was.
De e-bike met een hulpmotor in het wiel (categorie 2) en de speed pedelec (categorie 3) worden gezien als gemotoriseerde verkeersdeelnemers. Als je betrokken raakt bij een verkeersongeval met een auto, motor of bus ben je dus niet wettelijk beschermd door artikel 185 WVW. Bij schade gelden dezelfde aansprakelijkheidsregels als bij een ongeluk tussen bijvoorbeeld twee auto’s.
Niet eens over de schuldvraag?
Worden jij en de tegenpartij het niet eens over wiens schuld het ongeluk is? Dan moet je zelf de aansprakelijkheid van de ander aantonen. Dat kan knap lastig zijn en veel tijd in beslag nemen. Een rechtsbijstandsverzekering is in dat geval een uitkomst. Daarmee krijg je namelijk hulp van een juridisch expert bij deze lastige klus.